Deze website maakt gebruik van cookies. Met functionele- en analytische cookies zorgen we er voor dat website goed werkt en verbeteren wij onze websites. Ook plaatsen we marketing cookies om je van persoonlijke content te voorzien. Wil je dit niet? Kies dan voor weigeren, we plaatsen dan alleen functionele en analytische cookies. Meer informatie.

Terugblik op symposium Parkeren en gebiedsontwikkeling, in Noord-Holland

16-06-2022

Succesvol parkeerbeleid begint met een integrale blik op de ruimtelijke ordening van de stad. Dat was de boodschap van de gemeenten Hilversum en Purmerend tijdens de eerste bijeenkomst van een serie regionale ontmoetingen over parkeren. CROW, de provincie Noord-Holland en MRA Platform Smart Mobility trapten op 15 juni in Haarlem af met het thema Parkeren en duurzame gebiedsontwikkeling.

Met de grote woningbouwopgave die Noord-Holland te wachten staat – tot 2040 moeten er 202.000 woningen bij komen – is doorgaan met mobiliteit op de huidige manier geen optie, stelt Paul den Otter van de Metropoolregio Amsterdam. Een mobiliteitstransitie met slimmere en schone mobiliteitsvormen en lagere parkeernormen zijn nodig. De Trias Mobilica (verminderen, veranderen, verbeteren) en STOMP (Stappen, Trappen, OV, MaaS en Privéauto) zijn de grondslagen voor het beleid.
 
Uit een onderzoek van de provincie Noord-Holland blijkt verrassend dat het autobezit vaak lager is dan de parkeernorm ter plekke, vertelde Paul Chorus van de provincie. Dat bezit varieert enorm per locatie, type woning, soort huishouden en de ligging nabij een station, waarbij het autobezit bij een Intercitystation weer iets lager is dan bij een Sprinterstation. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat maatregelen om deelmobiliteit, fiets- en ov-gebruik te stimuleren tot 18% minder parkeerdruk leiden, terwijl het ontmoedigen van het autobezit door middel van parkeerbeleid aanzienlijk minder effectief is, met een vermindering van slechts 7%.
 

Integrale ontwikkeling

Voor een goed parkeerbeleid is het nodig om bij duurzame gebiedsontwikkeling het parkeren vroegtijdig en integraal mee te nemen. Den Otter: "Je moet dit aan het begin van je ontwikkelproces doen, en het dan niet alleen hebben over parkeren van de auto, maar ook van de fiets. Ontwikkel een totaal mobiliteitsconcept, met de Trias Mobilica en STOMP als ordeningsprincipes." Zo voorkom je dat later alleen de parkeernormen onderwerp van discussie zijn. In het ontwerp moet het ook gaan over goede toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers, om het autoverkeer te  beperken.
 

Praktijkgeval Hilversum

De gemeente Hilversum wil de komende jaren het gebied rond het station herontwikkelen. Het is nu een rommelig geheel met kale plekken waarbij het station een barrière vormt tussen het centrum en het stadsgedeelte ten oosten van de spoorbaan.
Marc Moonen, werkt als mobiliteitsadviseur voor de gemeente: "Het is een gebied met veel deelgebieden van verschillende eigenaren met verschillende belangen. Er is een kwaliteitsimpuls gewenst met een krachtiger ov-knoop en meer woningen rond het station." Het gaat om duurzame ontwikkeling: de woningen moeten betaalbaar zijn en energieneutraal, ze mogen vanwege het dorpse karakter van Hilversum niet te hoog worden, er komt waterberging in een ondergrondse buffer en groen tegen hittestress. Circa 33% van het oppervlak is bestemd voor werken (stationsfuncties, horeca, detailhandel) en er komt mogelijk een hotel. De vraag is: wat doe je in zo’n situatie met parkeren?
De gewenste lage parkeernorm kun je alleen halen door korte loopafstanden naar het ov, een ruime hoeveelheid openbare fietsparkeerplekken en de inzet van deelauto’s. Alles bij elkaar kan dit de parkeernorm met 50% verlagen. "Maar dat is alleen haalbaar als je alternatieven aan de bewoners biedt en daar permanent over communiceert. Dat betekent informeren en stimuleren om een nieuwe mindset te creëren, niet alleen na hun verhuizing maar ook in de jaren daarna."
 
Toch kan juist dan de behoefte aan meer parkeerruimte ontstaan. Moonen: "Je kunt wel op een bepaald type bewoner rekenen, maar wat als die na een poosje verhuist? Bovendien komen er hoe dan ook mensen die niet aan het gewenste profiel voldoen. En wat als mensen over tien jaar, als de huidige woningnood hopelijk voorbij is, kunnen kiezen tussen een woning met en een zonder parkeerplaats? Flexibiliteit is dus nodig."
Dat betekent dat zo’n plan zodanig toekomstbestendig moet zijn dat aanpassingen mogelijk zijn. Ook dat moet je vooraf regelen. "Zorg dat je later, als daar vraag naar ontstaat, alsnog meer parkeerplaatsen zijn te maken. Dat hoeft niet in het gebied zelf, het kan ook in de buurt. Extra parkeerruimte kost hoe dan ook geld en ruimte en is alleen te realiseren door integraal naar de ruimtelijke ordening van de hele stad te kijken. Nu houden ontwikkelaars zich alleen met hun projecten bezig en ontbreekt de integraliteit."
 

Praktijkgeval Purmerend

In Purmerend moeten de komende jaren minimaal 10.000 woningen verrijzen, vooral als verdichtingsopgave bij ov-knooppunten en rond het centrum. Daarbij passen beperkte parkeernormen. De Nota Parkeernormen uit 2016 bevat zelfs een nul-vergunningennorm voor het centrum. De gemeente heeft inmiddels ervaren dat die norm niet zomaar op te leggen is, vertelt beleidsambtenaar Jasmijn Bolks. Als er voor kleine woningbouwinitiatieven in de stad geen parkeervergunningen worden verleend, maken bewoners in de omgeving daar bezwaar tegen omdat ze door de toename van het aantal woningen een hogere parkeerdruk vrezen. De Raad van State gaf hen daarin gelijk omdat onduidelijk is hoe hoog de parkeerdruk nu is. "In de bestaande bebouwing wordt veel bezwaar gemaakt, veel meer dan bij de aanleg van een nieuwe wijk in een weiland. Voor zoveel werk heeft een middelgrote gemeente als Purmerend soms amper capaciteit. Daarom moet je als gemeente je besluiten heel goed onderbouwen."
De gemeente heeft bij de ontwikkeling van het Wagenweggebied aan de rand van het centrum nog iets ervaren, voegt Bolks' collega Edward van Schooten toe. Bij de hier te realiseren hoogbouw is de gemeente uitgegaan van een bezoekersparkeernorm van 0,15 plaats per woning, terwijl de CROW-richtlijn uitgaat van 0,3 plaats. Inmiddels is gebleken dat de rechter die richtlijn als norm beschouwt en in een bezwaarprocedure de voorziene 0,15 plaats heeft afgewezen, ook al was die door onderzoek onderbouwd.
 
Voorts staat de gemeente, zeker niet als enige, voor een dilemma. Moet de parkeerregulering worden uitgebreid tot buiten een plangebied, en zo ja, doe je dat dan preventief of reactief? In de praktijk komt het nu vaak op reactief beleid neer, omdat er voor preventief beleid geen draagvlak is. Dat kan niet zo blijven, waarschuwt Van Schooten: "Bij woningverdichting is het noodzakelijk om preventief te gaan optreden. Ook in dit geval is integraal beleid nodig."

Bij de discussies met het publiek, veelal gemeenteambtenaren op het gebied van parkeerbeleid, blijkt dat veel van de geschetste problemen worden herkend en ook elders voorkomen. Het toont aan hoe belangrijk het is om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.

Download de presentaties van Parkeren en gebiedsontwikkeling in Noord-Holland
 
Bekijk het overzicht van regionale pakeerbijeenkomsten in 2022

Scroll naar boven